Last van elzenhaantjes ?

Last van elzenhaantjes?

Heb jij ook last van deze bladkevertjes?

Wat is een Elzenhaantje

Het is een bladkevertje welke goed herkenbaar is aan zijn glanzende blauwe schild. Ze houden van zon en zijn in de zon het gemakkelijkst zichtbaar. Wetenschappelijke naam: Agelastica alni

Wat eten Elzenhaantjes

Elzenhaantjes eten het, meestal jonge blad, van de els. Ook linden en populieren moeten het vaak ontgelden. Als je last heb van een plaag, dan kunnen wel honderd tot duizend elzenhaantjes je haag snel van je jonge blad afhelpen. De boom loopt dat bijna niet meer uit en verzwakt.
Kijk ook je appelboom goed na op elzenhaantjes.

Wat kun je doen tegen elzenhaantjes

Ik hou niet van bestrijdingsmiddelen, dus kies ik voor een natuurlijke oplossing. Vangen!
Elzenhaantjes kun je heel eenvoudig vangen. Ze zitten op het blad en vliegen niet weg als je ze pakt.
Je kunt ze ook met een stokje in een bakje laten vallen.
Ik gebruik een kwarkemmertje met dekseltje met een beetje water en laat ze daarin vallen. Na een nachtje leven ze meestal niet meer. Ook vogels, met name koolmeesjes zijn gek op elzenhaantjes. Zorg dus dat je tuin aantrekkelijk is voor vogels, deze zorgen voor een natuurlijke bestrijding.

Wanneer vang je een elzenhaantje

Wacht totdat de zon schijnt, ze komen dan vanzelf tevoorschijn. Ze houden zich schuil in de bast van een boom. Meestal vind je ze onderin de boom. Ze kruipen langzamerhand omhoog. Ze bewegen zich langzaam voort, zodat ze je gemakkelijk kunt vangen. Je hoeft niet alle kevertjes te vangen want ook vogels zijn gek op de beestjes. Enkel als de populatie zo sterk is gegroeid dat je bomen niet meer uitlopen, dan zou ik maatregelen nemen.
Let in de maanden mei en juni goed op, dit zijn de maanden waarin ze de meeste schade aanrichten.

Elzenhaantjes vermeerderen zich heel snel en de vrouwtjes kunnen, meestal in mei of juni wel 900 eitjes leggen. Na ca. 14 dagen komen de eitjes uit. Houdt het vangen dus een aantal dagen vol. Je ziet dan vanzelf de populatie snel verminderen. De larven verpoppen zich in de grond en komen pas in de herfst weer tevoorschijn. Ze eten dan nog even een flinke voorraad blad en ze overwinteren in de basten van bomen of onder afgevallen bladeren op de grond.